menu

De Zonnekindpop als kameraadje 

Kind en pop  

Een kind gaat in de loop van zijn ontwikkeling zijn lichaam steeds meer ’bemannen’. Het neemt gedurende de eerste levensjaren zijn lichaam steeds meer in bezit, van het hoofd uit naar beneden toe. Het oprichten en draaien van het hoofd is het eerste dat het kind zelf kan. Het reageert op zintuiglijke indrukken zoals geluiden, volgt bewegingen met de ogen en tast met huid en mond. Later leert het zichzelf om te rollen en gebruik te maken van armen en benen, handen en voeten.

De Knooppop

29De zuigeling ervaart nog geen onderscheid tussen de dingen om hem heen en zichzelf. Hij grijpt vast wat er toevallig in zijn handen komt en beseft vaak niet dat hij dat zèlf doet. Bewegingen en waarnemingen worden eindeloos herhaald, en hierdoor leert het kind gaandeweg onderscheid te maken tussen zichzelf en de wereld.

Een popje voor een zuigeling behoeft nauwelijks enige vorm. Een zacht lapje met een hoofdje in de vorm van een bol gevuld met schapenwol is al voldoende. Dit noemen wij een Knooppop, omdat deze naam van oudsher wordt gebruikt voor een tot pop geknoopte doek.

De vorm van de Knooppop is een afspiegeling van het ontwikkelingsniveau van de zuigeling. Het kindje kan zich onbewust in de pop herkennen en zal de pop graag bij zich voelen.

De Knuffelpop

30Als het kind gaat rondkruipen, wil het alles wat het ziet onderzoeken en gaat het zijn handen, armen en benen meer gericht gebruiken. Het kind reageert met enthousiasme op elke nieuwe vaardigheid die het zich eigen maakt, en we zien het de nieuw geleerde handeling telkens opnieuw uitvoeren.

Ook als het kind leert staan, zitten en lopen, wil het eigenlijk niets liever dan telkens dezelfde bewegingen herhalen. Zo kan een peuter heerlijk staan wippen van het ene op het andere been, en een kind dat net heeft leren lopen, loopt om het lopen zelf. We hoeven een gezond kind niet te stimuleren om het gebruik van lichaam en ledematen te oefenen.

Omdat de peuter alles doet met zijn hele lijfje, zal hij zich herkennen in de Knuffelpop. Dit popje heeft een vast pakje dat de pop en zijn kleertjes tot één geheel maakt. De armen en benen zijn zacht en bewegelijk. Het hoofd staat stevig op de romp en de handjes zijn echte ’pakhandjes’, die naar de wereld toe reiken. Het stralende van het kleine kind kan uitgedrukt worden door de haartjes te maken van plukjes wol die van het hoofd af staan.

De Lijs

31Aan het begin van het vierde levensjaar vinden grote veranderingen plaats in het innerlijk van het kind. Tot die tijd beleeft het kind zich nog als een geheel met de wereld om zich heen. Nu ervaart het voor het eerst een scheiding tussen zichzelf en de wereld. Daardoor komt het tot een eerste vorm van zelfbewustzijn. Dit uit zich in het feit dat het kind zichzelf ’ik’ gaat noemen, terwijl het zich eerst alleen met de eigen voornaam aanduidde.

Het kind ontdekt dat het zelf dingen kan, en wil die dan ook zelf doen. Het laat zich niet zomaar meer helpen. Vaak zegt het kind duidelijk ”nee” en onderzoekt daarmee de verhouding tussen de wereld en zichzelf.

Een kind van deze leeftijd krijgt er besef van dat zijn hoofd, romp, armen en benen delen van hemzelf zijn en dat is veel meer dan alleen het aanwijzen of benoemen ervan.

De ’Lijs’, een pop voor de kleuter, is niet meer opgesloten in een vast pakje. De hele pop wordt van huidkleurige tricot gemaakt en kan dus ook bloot zijn. Het kind kan veel plezier beleven aan het uit- en aankleden van de pop. Het hoofd van de Lijs heeft wat meer vorm dan dat van de Knuffelpop. Het lijf, de armen en benen zijn recht van vorm en worden steviger gevuld.

Voor het vaak uitbundige spel van een kleuter is deze pop heel geschikt.

Het Poppenkind

32Doorgaans hebben kinderen op zevenjarige leeftijd de meeste motorische functies behoorlijk ’in de vingers’ en ’onder de knie’. Ze beheersen de zintuigfuncties, en kunnen rennen, springen, huppelen, hinkelen en over een lijn of evenwichtsbalk lopen. Met de armen en benen kunnen ze allerlei handelingen verrichten, zelfs met linker en rechter arm of been afzonderlijk van elkaar.

Op deze leeftijd zijn de meeste kinderen aan het tanden wisselen. De tanden en kiezen van het melkgebit hebben een universele, algemene vorm. De vormen van het blijvende gebit zijn veel persoonlijker.

De pop voor kinderen van deze leeftijd noemen wij het ’Poppenkind’. Het is een pop met nog meer vorm in het hoofd en ook in de romp en de ledematen. De handen krijgen een duim. De ledematen worden draaibaar aangezet en blijven in een gekozen stand staan.

De los-aangezette ledematen van deze pop vragen tijdens het spelen een zorgvuldiger omgang dan de Lijs en de Knuffelpop. Je mag van een zes-, zevenjarig kind bewustzijn hiervoor verwachten. De houding van deze pop is net als die van het kind rechtop en gericht naar de wereld.

Onbewust kan een kind in zo’n op maat gemaakte Zonnekindpop zichzelf herkennen. Het herkennen van iets wezenlijks van onszelf in een ander, schept vaak een band. Dit kan het kind een veilig gevoel geven bij de pop, die daardoor een echt kameraadje zal worden.

De Speelbaby

33In de loop van de schooltijd groeit het kind steeds meer uit de fantasie, waarmee het van elke pop een baby kon maken. Het kind krijgt steeds meer behoefte aan ’echt’ speelgoed. De Speelbaby is een pop die de indruk geeft van een echte baby, zacht en warm als een echt kindje. Door zijn grootte heeft hij ook een flink gewicht.

Met een pop die er echt als een baby uitziet en die de babykleertjes van het kind zelf aanpast, krijgt het kind de kans zijn eerste levensjaren na te spelen. Omdat de Speelbaby zo warm en echt aanvoelt, kan hij niet alleen voor kinderen, maar ook voor andere leeftijdsgroepen thera­peu­tische waarde hebben.

Eén van onze collega-poppenmakers maakte twee Speelbaby’s voor een bejaardenhuis. Ze kwam op het idee om de poppen te verzwaren, waardoor ze nog echter aanvoelen. Dit blijkt een enorm succes. De poppen mogen heel vaak op schoot zitten.

Meer informatie over de diverse poppen vind je via het menu ’poppen maken’.