1. Beschrijving
Poppenkind
Vanaf een jaar of zes heeft het kind beheersing over armen en benen en kan het afzonderlijk gebruik maken van linker of rechter ledematen. Het leert nu hinkelen, touwtjespringen en zijn evenwicht in allerlei houdingen bewaren. Ook wordt het kind steeds behendiger in spelletjes met de handen. Al deze verworvenheden wil het eindeloos oefenen.
Het kind gaat het dagelijks leven om zich heen steeds bewuster waarnemen en begrijpen. Er verschijnen steeds meer details in zijn tekeningen. Handen en vingers worden instrumenten voor knutselen, breien, vingerhaken, origamivouwen, of bij sommigen voor het demonteren van een oude wekker.
Het kind gaat nu volgens een eigen bedacht plan te werk: het bouwt een hele hoge toren van blokken, of maakt een zandkasteel. Het speelt de grotemensenwereld na, bijvoorbeeld ’schooltje’, ’winkeltje’ of ’restaurantje’.
De pop krijgt hierbij een belangrijke rol. Zo kan hij als klant in het restaurant zitten, of als leerling in de klas. Ook kunnen kinderen die eerst weinig met poppen speelden, er op deze leeftijd opeens wel interesse voor krijgen. Voor andere kinderen kan het al genoeg zijn als de pop gewoon aanwezig is.
Het Poppenkind sluit met zijn specifieke gestalte en spelmogelijkheden goed aan bij de belevingswereld van kinderen vanaf een jaar of zes.
De armen, benen, handen en voeten van de pop krijgen vorm en worden stevig opgevuld. De ledematen worden apart gemaakt en draaibaar aan het lijf gezet. Hierdoor blijven ze in iedere gewenste stand staan. Dit is anders dan bij de Lijs. Het vraagt van het kind bewustzijn om de armen en benen niet zomaar helemaal rond te draaien, omdat hierdoor de aanzetdraad, hoe sterk ook, kan breken. Hierdoor gaan armen of benen los.
Het Poppenkind kan met een steuntje in de rug rechtop staan en met stevige schoentjes aan zelfs helemaal los. Ook bij deze pop is de gezichtsuitdrukking neutraal, zodat het kind al zijn gevoelens met de pop samen beleven kan. Veel kapsels zijn mogelijk, ook die het kind zelf kan kammen en in model brengen. Het kind is nu vaardig genoeg om de pop alle soorten kleertjes aan en uit te trekken.
Het kleine en het grote Poppenkind
In de reeks Zonnekindpoppen is er een ’klein’ en een ’groot’ Poppenkind. De lengte van de kleine is ongeveer 29 cm, die van de grote ongeveer 39 cm. ’Poppenkinderen’ kunnen ook de kleertjes van de ’Lijzen’ aan.