Diverse naaisteken
Technieken
In de werkbeschrijving van de diverse poppen kun je de volgende steken tegenkomen:
Rijgsteek
Hierbij wordt de draad op en neer door de stof heen getrokken. Deze steek wordt gebruikt om stof te rimpelen en om hulplijnen aan te geven. Neem voor hulplijnen een afstekende kleur garen, dit wordt later toch weer verwijderd.
Stiksteek
Steek de naald in de stof en kom enkele millimeters verder op de naailijn weer boven. Steek nu halverwege de afstand tussen de twee insteekgaatjes weer in en kom steeds een steekafstand verder weer uit de stof naar boven. Dit is de steek die gebruikt wordt om naden te naaien. Dit is een rekkende steek, die mits met de hand genaaid, niet zo snel knapt. Een stiksteek die een naaimachine maakt is in principe niet rekkend.
’Jij en ik’ steek
Ook matrassteek of versprongen rijgsteek genoemd. Deze wordt gemaakt door afwisselend een rijgsteek te maken op elk van de beide te verbinden delen. ’Jij een steekje en ik een steekje’.
Door de draad vervolgens aan te trekken wordt een naad gevormd en komen de delen tegen elkaar te liggen. Deze steek wordt o.a. gebruikt bij het sluiten van de stof op het hoofd en onder aan het lijf, bij het vormen van de voetjes van de Knuffelpop en de Lijs en bij het dichtmaken van de vulopeningen in armen en benen van het Poppenkind. Deze steek is ook goed te gebruiken bij het repareren van een gesprongen naadje.
Flanelsteek
Bij deze steek wordt van links naar rechts gewerkt, terwijl de naald steeds van rechts naar links door de stof gestoken wordt. Dit is een borduursteek die gebruikt wordt bijvoorbeeld op het lapje van de Knooppop of de zoom van kleertjes. Maak de steken klein, opdat kleine kindervingertjes ze niet kunnen lospeuteren.