8. Opvullen en vormen
Lijsjespop
Bij het opvullen en vormen van de poppen met schapenwol wordt gebruik gemaakt van de eigenschap van wol dat de haartjes in elkaar kunnen grijpen en zo een mooi geheel kunnen gaan vormen. Vul om die reden met goed uitgeplozen, losse plukken wol die in elkaar kunnen komen te liggen. Deze techniek wordt voor de armen en benen gebruikt. Dit is de V-tjes manier (zie tekening).
Deze tekening laat zien hoe de plukken wol in de ledematen in elkaar schuiven.
Leg een aantal plukjes vulwol klaar, ongeveer de maat van een vinger. Bij het opvullen duwt je vinger van elk plukje een soort kommetje waar het volgende plukje in geduwd kan worden. De wol grijpt rondom je vinger in elkaar. Tijdens het vullen zorg je dat de V-tjes zo aansluiten, dat je er nog wel steeds met je vinger en de volgende pluk middenin kan. De andere hand omsluit de arm of het been, zodat het tricot niet teveel in de breedte rekt, waardoor de ledematen te dik zouden worden. De wolplukken dienen behoorlijk stevig in elkaar gedrukt te worden.
Op deze manier worden de met wol gevulde ledematen gelijkmatig, stevig en strak van vorm. Er moet genoeg wol in komen, opdat de pop zijn vorm houdt tijdens het knuffelen en spelen, maar ook niet zoveel wol, dat het tricot maximaal wordt uitgerekt en de pop te hard aanvoelt. Omdat het tricot iets rekt, kun je de pop tijdens het vullen goed vormen. Controleer tijdens het vullen aan de hand van de patronen de dikte en de lengte van de ledematen. Als de ledematen goed gevuld zijn, passen ze, op de patronen gelegd en van bovenaf bekeken, precies op het bijbehorende patroon.
