14. Haartjes maken
Lijsjespop
Benodigd materiaal voor het maken van haren
- spelden
- kleurpotlood van een niet opvallende kleur, om de markering aan te geven, bijvoorbeeld geel valt goed weg onder het haar
- naaigaren in een contrasterende kleur
- breigaren van een natuurlijk materiaal
- een stevige borduurnaald met een scherpe punt en een lengte van ongeveer 5 cm. Het oog van deze naald moet zo groot zijn, dat hij een opening maakt in het tricot die groot genoeg is om er de dubbele draad voor de haren zonder wrikken door te trekken
- eventueel een hard borsteltje om de haren van de pop op te borstelen
Lees alles over de verschillende soorten breigarens voor de haartjes in de rubriek ’Materialen’ (menu links).
Het maken van basishaar
- Voordat het haar gemaakt kan worden, moet eerst de haarlijn aangegeven worden, dit is de grens tussen haar, gezicht en nek. Dit geeft houvast bij het maken van het haar.
- Zet een speld op beide oorpunten en achter in de nek iets boven de halslijn: een ½ tot 1½ cm, afhankelijk van de grootte van het hoofd.
- Zet ook een speld middenvoor daar waar het voorhoofd over gaat in het ’bovenhoofd’. Een hoog of laag voorhoofd is nogal bepalend voor de uitdrukking voor het gezicht. Probeer ook hier weer zo neutraal mogelijk vorm te geven. De afstand van de mond naar de ooglijn is ongeveer gelijk aan de afstand van de ooglijn naar de haarlijn boven het voorhoofd. Houd nu ook alvast rekening met wel of geen pony. Als je pony wilt maken, kan de haarlijn op het voorhoofd iets hoger komen.
- Zet ook twee spelden boven de ’slapen’, iets hoger op het hoofd dan de voorhoofdspeld (zie tekening).
- Neem nu een draad naaigaren van een contrasterende kleur in de naald. Rijg de haarlijn vanaf middenachter, in een mooie ruime boog naar het oor, je volgt eigenlijk de achterhoofdsdraad, die onder het tricot voelbaar is. Dan verder vanaf het oor in een mooie gebogen lijn langs de speld van de slaap naar de speld op het voorhoofd, de ronding van deze lijn loopt omhoog. Vanaf de speld op het voorhoofd in spiegelbeeld verder rijgen over het andere oor, naar middenachter (zie tekening).
- Controleer of de afstand van ieder oog tot de haarlijn aan beide gezichtshelften gelijk is.
- Verwijder de spelden.
Het borduren van het haar
- Neem een draad haartjeswol in de borduurnaald. De lengte van elke nieuwe draad is ongeveer 2 meter. Doordat de draad door de naald wordt gehaald krijg je een dubbele werkdraad van 1 meter.
- Bepaal de plaats van de kruin: daar waar het ’bovenhoofd’ in het achterhoofd overgaat. Kies een plek net naast de achternaad, borduren op de naad is heel lastig. Neem in de stof op de kruin een steekje op van 2 mm Maak nooit kleinere steekjes met deze dikke naald anders trek je het tricot gemakkelijk stuk.
- Haal de draad door de stof. Laat de laatste 3 cm op de kruin uitsteken
- Neem nu een klein steekje op, middenachter op de haarlijn en trek de (dubbele) draad door tot deze glad over het hoofd ligt. Zorg ervoor, dat de beide draden goed naast elkaar liggen. Trek de draden die over het hoofd komen te liggen niet te strak aan. Om draaien van de draden zoveel mogelijk te voorkomen kun je ze voor het insteken even gladtrekken. Komt er toch een draai in de draad, schuif die er dan uit door de naald onder de gedraaide draad langs te trekken. Als je vervolgens de draad weer op zijn plaats trekt, verdwijnt de draai onder het tricot. Doe het wel direct, later lukt het niet meer.
- Ga nu terug naar de kruin aan dezelfde kant waar de draad vandaan gekomen is en steek daar in, 1½ cm voor de kruin. Kom aan de andere kant van de kruin uit. Dit onderdoorsteken is om te voorkomen dat er midden op de kruin een teveel aan draden ontstaat.
- Neem nu weer een steekje op bij één van de oren. De kleine steekjes op de haarlijn worden een beetje schuin gemaakt. Dus voor de lijn insteken en schuin achter de lijn uitkomen.
- Teruggaand naar de kruin weer iets eerder insteken en aan de andere kant van de kruin uitkomen vlak naast het ’begindraadeindje’ (zie tekening).
- Werk nu verder op dezelfde manier naar het tweede oor toe en daarna naar middenvoor. Het hoofd is nu verdeeld in vier parten.
- Werk zo verder dat elk ontstane part telkens weer in tweeën gedeeld wordt. Als je ervoor zorgt dat je telkens met de naald bij het terugsteken naar de kruin in het hoekje van het volgende partje bovenkomt, hoeven de draden elkaar niet te kruisen. Je gaat door met het telkens in tweeën verdelen van de parten tot het hoofd helemaal met haar bedekt is.
Als de draad opraakt
- Controleer steeds of de draad nog lang genoeg is om het volgende partje te verdelen. Zo niet, knip hem dan af op de kruin op de zelfde lengte als het ’begindraadeindje’. Een nieuwe draad eerst weer met een klein steekje op de kruin beginnen, 3 cm van het draadeindje laten hangen en dan verder werken. De eindjes van de draden vormen samen een plukje haar. Als je met wollen garen werkt vormt er zich soms achter in het oog van de naald een plukje wol. Haal dit plukje op tijd weg, anders wordt het doorglijden van de draad moeilijk.
Paardestaart
Als de pop een paardestaart moet krijgen maak dan basishaar en laat aan het begin en het eind van de draden de eindjes op de gewenste lengte van de staart hangen. Blijkt de staart te dun als het hele hoofd met haar bedekt is, dan kunnen er nog wat draden bijgestoken worden. Maak om de extra haren in de staart vast te zetten een klein tussensteekje op de kruin (zie de beschrijving van het maken van basishaar met plukjes).
Basishaar met plukjes, pluizebolletje
Op het basishaar kunnen hier en daar plukjes gezet worden. Door grotere of kleinere afstand tussen de plukjes, wordt het kapsel anders. Een eens gekozen afstand moet natuurlijk over het hele hoofd vol gehouden worden. Werkend vanuit de kruin, rondom, langzamerhand naar de haarlijn toe, houd je steeds ruimte om te kunnen borduren.
Hoe wordt nu zo’n plukje gemaakt?
- Steek in op de plaats waar je een plukje wilt hebben en kom iets verderop omhoog tussen twee liggende draden.
- Steek 2 mm verderop in tussen dezelfde draden, en kom weer omhoog op de plaats waar je het volgende plukje wilt hebben.
- Op deze manier wordt elk plukje afzonderlijk vastgezet en verdwijnt elk vastzetsteekje onder de haren.
- Knip de draad na elk plukje af op de gewenste lengte.
Als je veel plukjes maakt kun je ook doorwerken zonder afknippen. Er ontstaan dan lusjes, die tenslotte allemaal worden doorgeknipt. Op deze manier hoef je niet steeds schaar en naald afwisselend te hanteren en heb je geen last van de loshangende draadeindjes.
Als de lusjes opengeknipt zijn ontstaan er korte haartjes. Borstel de haren met een schone, droge nagelborstel uit. Zo wordt het bolletje zacht en pluizig. De haren kunnen ook met de punt van de borduurnaald tot op de hoofdhuid uitgeplozen worden. Te ver uitstekende haartjes kunnen nog worden afgeknipt.
Het haar in de stoom van een waterketel houden, geeft ook een pluizig resultaat. Door de hitte van de stoom vervilt de wol iets en wordt het geheel wat compacter.
Krulletjes
Door de lusjes van het plukjeshaar niet open te knippen krijg je een krullenkopje. Let er dan bij het borduren op dat de lusjes vrij klein worden en niet te ver uit elkaar komen.
Kroeshaar
De indruk van kroeshaar ontstaat als je wol gebruikt waar kronkeltjes in zitten. Deze kronkeltjes ontstaan vanzelf als je bijvoorbeeld een gebreide trui uithaalt, maar ook als je eerst een lapje breit, dit vervolgens wast, laat drogen en dan uithaalt.
Boucléwol geeft ook krulletjes, maar is ongeschikt om mee te borduren. Gebreid kan het wel voor haar gebruikt worden (zie hier onder bij: • gebreide haren).
Langer los haar
Voor de poppen die voor de grotere kinderen gemaakt worden, zijn er nog diverse haarvariaties mogelijk, door op de manier van de plukjes, haar voor haar los op het hoofd te zetten.
Voor een pagekopje worden dan de haren boven op het hoofd het langst en de haren in de nek het kortst. Maak de haren niet te dicht op elkaar, minstens 1 cm ruimte onderling en gebruik niet te dik garen.
Lang loshangend haar
Grotere kinderen kunnen het haar zelf in model brengen. Lang haar kan bijvoorbeeld in staartjes gedaan of gevlochten worden. De lengte van het haar kan de poppenmaker zelf bepalen. Kies hiervoor dun garen, breimachinewol of heel dunne katoen. Dit kan het kind met een grove kam of borstel zelfs kammen of borstelen.
Om mooie vlechten e.d. te kunnen maken wordt een dubbele rij haren langs de denkbeeldige middenscheiding gezet.
Pony
Maak voor pony een rij plukjes op het voorhoofd langs de haargrens. Zorg ervoor dat de vastzetsteekjes tussen de al geborduurde haren op het hoofd verdwijnen, maak ze dus in dezelfde richting.
Twee lage vlechten of staarten op de haarlijn
Geef met het potlood de middenscheiding aan en de plaatsen waar de vlechten moeten komen. Omdat de vlecht op de haarlijn komt, werk je hier over een halve cirkel in plaats van een hele, zoals bij de andere manieren van haar maken met een kruin. De buitenkant van de halve cirkel is nu de scheiding op het midden van het hoofd. Om scheeftrekken van het hoofd te voorkomen, om en om aan de linker- en rechterkant van het hoofd een draad opwerken. Borduur over de scheiding de haren zo, dat de steekjes van beide helften elkaar raken. Zo wordt de scheiding mooi dicht.
Twee hoge staartjes
Geef de haarlijn aan zoals bij het basishaar en rijg nu ook een hulplijn van middenachter naar middenvoor om de scheiding aan te geven. Geef met het kleurpotlood door middel van twee cirkeltjes ook de plaats aan waar de staartjes moeten komen.
Borduur het haar net zoals het basishaar, met dat verschil, dat er nu niet vanuit één kruin, maar vanuit de twee cirkeltjes gewerkt wordt. Elke helft van het hoofd wordt nu in partjes verdeeld. Laat de draadeinden hangen op staartlengte.
Om te voorkomen dat het hoofd onder het werken scheef trekt werk je aan de linker- en rechterkant om en om telkens totdat een draad op is.
Laat op de scheiding de steekjes elkaar zo tegenkomen, dat er een mooie dichte scheiding ontstaat.
Gebreide haren
Een heel andere manier van haren maken is om gebruik te maken van een gebreid lapje. Heel geschikt hiervoor is boucléwol die van zichzelf al krulletjes heeft.
- Brei een vierkant lapje in ribbelsteek. De maat van de zijden is de helft van de omtrek van het basishoofd:
- Voor het kleine Poppenkind 10 x 10 cm
- Voor het grote Poppenkind 13 x 13 cm
- Rijg de haarlijn zoals eerder in dit hoofdstuk beschreven is.
- Speld één van de punten van het gebreide lapje in het midden boven het voorhoofd en het schuintegenoverliggende punt middenachter in de hals.
- Speld de randen van het lapje gelijkmatig verdeeld langs de aangegeven haarlijn.
- Naai het geheel mooi strak met naaigaren op het hoofd vast.
Gebreid haar met twee knotjes
- Brei een driehoekig lapje met een basis die zo lang is dat hij het hoofd langs de haarlijn omspannen kan. Handig is het om met één steek te beginnen en telkens bij het begin van de naald een steek te meerderen. Zo ontstaat vanzelf een driehoek en kun je steeds meten of de basis van de driehoek het hoofd op de haargrens omspannen kan.
- Rijg de haarlijn zoals eerder in dit hoofdstuk beschreven is.
- Speld de basis van deze driehoek zo langs de haarlijn, dat de drie punten middenachter in de nek bij elkaar komen. Zet deze punten daar met een speld vast.
- Naai nu met naaigaren in de kleur van het haar de driehoek langs de haarlijn vast.
- Er zijn nu nog twee openingen, naai iedere opening, van de haarlijn af, naar boven toe dicht.
- Het haar zit nu nog erg ruim om het hoofd. Pak het ’teveel’ samen en vorm zo twee knotjes en bind ze af.
Kijk in de kapsalon voor een overzicht van alle kapsels (’technieken’, menu links).