Als de benen helemaal gevuld zijn, speld dan de beide lagen poppentricot in de liezen op elkaar, alle wol is in het been.
Naai de lieslijnen door de beide lagen stof. Door heen en terug te rijgen, wordt deze naad aan voor- en achterkant hetzelfde.
Trek het ’broekje met de benen’ zo hoog mogelijk om het onderlijf heen en speld het langs de bovenrand op het lijf vast.
Door de pop op te tillen en de benen te laten bungelen, kun je ze controleren op juiste lengte en stand.
Naai het ’broekje’, vlak boven de plaats waar de liezen zijn doorgenaaid, rondom op het lijf vast.
Om de benen glad aan het lijf te kunnen aanzetten werd het ’broekje’ iets hoger gemaakt dan uiteindelijk nodig is. Nu de benen zijn aangenaaid, wordt het teveel aan stof vlak boven de plaats waar ze zijn aangenaaid afgeknipt.
Trek het armenstuk over het lijf op zijn plaats, let op dat de armen recht onder de oren komen.
Zet de stof rond de hals met spelden vast en controleer of de schouders gelijk zijn.
Naai de stof van het armenstuk in de hals rondom met kleine steekjes vast.
De onderrand van het armenstuk een klein stukje inslaan en op de steken waarmee de lieslijnen van het benenstuk zijn doorgenaaid vastspelden. Als de stof iets te lang blijkt te zijn, er een randje afknippen, zodat er een kleine zoom is.
Het armenstuk wordt net over de doorgenaaide lieslijnen met een jij-en-ik-steek rond de benen vastgenaaid. Tussen de benen wordt over een klein stukje de stof van voor en achter met jij-en-ik-steken bij elkaar getrokken.
De handen van de Lijs zijn zo gevormd, dat ze open en naar de wereld gericht zijn. De polsen van de Lijs worden slechts door een lichte insnoering in de stof aangeduid. Maak je de handen te rond door de polsen teveel in te snoeren, dan geeft dat het idee van gebalde vuisten.
De polsen van de Lijs worden met een kleine rijgsteek, twee keer rondom doorgeregen. Omdat het poppentricot dubbelgebreid is, kan het doorrijgen van de polsen ook onzichtbaar. Steek hierbij tussen de beide lagen van het dubbelgebreide tricot door: je neemt met een naald in vlakke stand de bovenste V-tjes van het tricot op.