7. Het hoofd in een tricotkoker maken
Lijsjespop
Het hoofd en het lijf wordt gemaakt in een doorlopend stuk poppentricot. Essentieel voor de menselijke gestalte is, dat het hoofd recht op de romp gedragen wordt. De pop krijgt daarom een stevige verbinding tussen hoofd en lichaam.
- Print het patroon voor het hoofd en lijf op papier. Neem het stuk poppentricot om het hoofd mee te overtrekken. Zie voor de afmeting de materiaalbeschrijving.
- Leg het tricot dubbel.
- Leg het patroon met middenvoor tegen de stofvouw en de o o o o o - lijn met ¾ cm naadtoeslag aan de bovenkant.
- Teken vanaf het controlepunt met een potlood de middenachterlijn tot bovenaan op de stof.
- Niet alle tricot heeft evenveel rek, daarom moet de breedte gecontroleerd worden. Trek het tricot over het gezicht over de ooglijn naar achteren en speld de stof op elkaar, daar waar de stof op het achterhoofd samenkomt. Het lapje komt zo strak om het hoofd, dat de contouren van het gezicht goed zichtbaar zijn, maar niet zo strak dat het tricot gespannen staat.
- Het tricot is wat uitgerekt, trek het zoveel mogelijk in zijn oude vorm terug. Controleer of de speld op de getekende lijn zit. Als dit niet zo is, dan rekt het tricot misschien meer of minder, of heb je te veel of te weinig getrokken. Pas dan de afstand van de middenachterlijn tot de stofvouw aan, door het patroon iets naar binnen of naar buiten te schuiven op het lapje en teken de middenachterlijn tot onderaan de stof.
- Speld de dubbele stof goed op elkaar en naai met een stiksteek binnen de lijn.
- Knip de naad op een ½ cm af.
- Keer de genaaide koker naar de goede kant.
- Stop het hoofd met het aanhangende tricot van bovenaf in de genaaide koker. Zorg dat het diepste punt van de bocht precies op de halsdraad komt. De naad van de koker moet recht middenachter komen te zitten. Als je van plan bent een middenscheiding in het haar te maken, leg de naad dan een ½ cm naast het midden. Boven op het hoofd moet het tricot ongeveer 5 cm opstaan (als een kroon, zie tekening).
- Controleer of het hoofd rechtop in de koker zit en of de draadrichting van het tricot recht over de ’neus’ loopt.
- Leg de pop met het gezicht naar je toe op tafel. Neem een draad garen, in de kleur van het tricot, in beide handen. Laat het midden van de draad langs de kin in de hals glijden, zodat het tricot mooi glad tegen de hals aan komt te liggen. Sla nu de draad stevig om de hals heen en knoop de einden van achteren in de nek vast.
- Steek de draden naast de knoop weg en knip ze af.
- Let op of het hoofd nu in de juiste stand op de romp staat.
- Er mogen in de hals geen plooien in het tricot zitten. Als dat wel zo is kan de hals te smal zijn of de stof te ruim. Een klein plooitje verdwijnt vaak nog wel als het lijf straks stevig gevuld wordt.
Het dichtmaken van de koker boven op het hoofd
- Kijk eerst of de randen van de stof elkaar net kunnen raken. Is er teveel stof, knip dan een randje van de koker af.
- Neem een stevige draad in de naald, hecht aan op de achternaad boven aan de rand van de koker.
- Neem met een steekje, middenvoor van de rand van de koker op de draad, trek voor en achter naar elkaar toe en zet beide punten met een paar steekjes aan elkaar vast.
- Met dezelfde draad het midden van de linkerkant en het midden van de rechterkant van de rand van de koker naar elkaar toe trekken. Zet dit weer vast op het zelfde middelpunt (zie tekening).
- Trek de vier ontstane plooien stevig naar boven zodat het tricot over het hoofd maximaal glad zit. Knip de opstaande stof van de plooien af, met de schaar plat tegen de bolling van het hoofd. Let op dat de knippen op het voorhoofd niet te diep uitkomen. Ze zouden dan niet meer door het haar bedekt worden en zichtbaar blijven.
- De ontstane openingen sluiten. Het geheel wordt mooi plat als de steekjes niet te klein gemaakt worden (zie tekening).
Een andere manier van dichtmaken
- Maak voorzichtig, niet te diep, in de opstaande rand van de koker tot aan het bovenhoofd twee knippen ongeveer boven de plaats waar de ogen komen, dit vormt het ’voorhoofdsflapje’. Maak in de achterrand ook twee knippen, zodat de opstaande rand in totaal in vier gelijke flapjes verdeeld wordt (zie tekening).
- Speld de flapjes strak aangetrokken, plat op het hoofd. Eerst de achterste, dan de zij flapjes, het voorhoofdsflapje komt als laatste over de drie anderen heen. Ontstaan er plooitjes, dan kan het zijn dat je iets dieper moet inknippen.
- Naai alles met een jij-en-ik-steek vast.