Knippen en naaien
Kleding
Tips voor het knippen en naaien van poppenkleren
Het is leuk om voor een kledingstuk van de pop speciaal een lapje stof te kopen. Kleine stukjes stof in mooie effen kleuren of met heel kleine motiefjes worden verkocht in handwerkzaken voor patchwork. Maar ook kan het kind veel plezier beleven aan een poppenkleertje dat gemaakt is van een kledingstuk dat het kind zelf graag gedragen heeft.
Om te zien wat er aan materiaal nodig is, is het handig om de beschrijving en het bijbehorende patroon van het kledingstuk eerst te bekijken.
Het maken van de patronen voor de poppenkleren
Op de patronen van de kleren worden verschillende soorten lijnen aangegeven:
- - - - - - - - - - - - - | zoomlijn |
___________________ | naailijn |
....................................... | stofvouwlijn |
================= | beleglijn |
»»»»»»»»»»»»»»» | aansluitlijn |
o o o o o o o o o o o | open laten |
Bij het uit de stof knippen van de patroondelen moeten naadtoegiften aangeknipt worden:
- Bij een - - - - - zoomlijn is de naadtoegift 1½ cm.
- Bij een _________ naailijn ¾ cm.
Opdat duidelijk blijft hoeveel naadtoegift er aangeknipt moet worden, moeten de patroondelen net naast de lijn worden uitgeknipt.
De patronen zijn zó gemaakt, dat er zo veel mogelijk delen aan één stuk geknipt worden. Soms is een half patroon afgebeeld. Het kleine knipvoorbeeld laat zien hoe het hele stofdeel er geknipt uit moet komen te zien. Het complete stofdeel knippen met een half patroon kan op de volgende manieren:
- Maak het papieren patroon compleet, door de ........ lijn langs de vouw van een stuk dubbelgevouwen papier te leggen en uit te knippen. Er ontstaat dan na openvouwen een heel patroon.
- De stof dubbelvouwen en het halve patroon met de ....... lijn langs de stofvouw leggen, waarna het halve patroon, vergroot met naadtoeslagen uit de dubbele stof geknipt worden. Als je dan de stof open vouwt, heb je het hele onderdeel.
Er zijn ook patronen die een kwart zijn van het gehele kledingstuk. Er staat dan op het patroondeel ¼.
- Leg de ....... lijnen aan de twee gevouwen kanten van een groot blad papier dat precies in vieren gevouwen is en knip dit uit voor een heel papieren patroon.
- Leg het papieren patroon met de ....... lijnen op in vieren gevouwen stof en knip het ¼ patroon vergroot met naadtoeslagen uit de vier lagen stof. Dan is het hele kledingstuk in één keer geknipt.
Sommige onderdelen zijn twee keer nodig, bijvoorbeeld mouwen en broekspijpen. Leg dan de stof dubbel, met de goede kanten op elkaar, en knip volgens het patroondeel uit de dubbele laag stof. Zo ontstaat gelijk ook een linker en rechter deel als dat van toepassing is.
Neem de patronen op de stof over met kleermakerskrijt of een rijgdraad.
Als de stof rafelt, is het handig de geknipte delen (machinaal) af te werken met een zigzagsteek voordat het kledingstuk in elkaar wordt genaaid. Worden de kleertjes met de hand gemaakt, dan kunnen de rafelende naadtoeslagen met een overhandse steek omgeslingerd worden na het in elkaar naaien.